Driver's License Exam Curaçao - Theory Part 1

Naar het midden van de weg gaan.

Zoveel mogelijk links op de rijbaan gaan rijden.

Rechts de kans afwachten.

Dat mag hij nooit.

Dat is toegestaan.

Dat mag alleen als er daardoor geen gevaar of hinder voor andere weggebruikers ontstaat.

Indien borden dit aangeven.

Als dit zonder enig gevaar kan geschieden.

Als dit mogelijk is zonder gevaar, hinder voor andere weggebruikers of schade te veroorzaken.

Beide rijbanen volgen.

Uitsluitend de rechter rijbaan volgen.

Niet inhalen.

Men mag nooit rechts inhalen.

Slechts wanneer de ingehaald wordende bestuurder te kennen heeft gegeven dat hij naar links wilt afslaan en daartoe heeft voorgesorteerd.

Als men dit maar voorzichtig doet.

Ik rijd via de berm stapvoets achteruit, zonder gevaar of hinder te doen ontstaan.

Ik rijd stapvoets en langs dezelfde zijde achteruit, zonder gevaar of hinder voor andere weggebruikers te doen ontstaan.

Ik rijd zo vlot mogelijk achteruit en zorg dat ik dat ik het overige verkeer niet hinder.

Ongedempte (bright) verlichting inschakelen.

Remmen en de berm oprijden.

Remmen en op de rijbaan stoppen.

Als het verkeer niet wordt belemmerd.

Als de rechterzijde van de door geparkeerde motorvoertuigen bezet is.

Als voor de rechterzijde van de weg een stopverbod van kracht is.

Motorrijtuigen, bestemd voor het vervoer van ten hoogste acht personen en een kleine vrachtauto.

Motorrijtuigen met ten hoogste 8 zitplaatsen met inbegrip van die van de bestuurder en die meer dan 3500 kg. aan goederen kunnen vervoeren.

Motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van personen met ten hoogste 8 zitplaatsen buiten die van de bestuurder en motorrijtuigen bestemd voor goederenvervoer met een maximum toegestane gewicht van niet meer dan 3.500 kg.

Rechts langs de weg, op een verharde berm, op een onverharde berm, naast een vluchtheuvel en op een voetpad.

Op trottoir, op een brug, op een kruising, binnen 5 meter van een bushalte en links op een weg met 2richtingsverkeer.

Op een trottoir, op een helling, op een algemene parkeerplaats, voor een brug en in een bocht.

2.50 meter en 3.10 meter

2.30 meter en 3.20 meter

2.60 meter en 3.50 meter

Een rijbewijs "B.E." hebben.

Een vergunning aanvragen bij de Gezaghebber.

Niet aan bijzondere voorwaarden voldoen.

Tien en één jaar

Twee en tien jaar

Vijf of tien en twee jaar

Ja, dat mag, want een berm behoort tot de weg.

Nee, dat mag niet want bestuurders van motorrijtuigen mogen uitsluitend gebruik maken van de rijbaan.

Ja, ik mag daar inhalen, want anders wordt het verkeer dat achter mij nadert, belemmerd.

Ik behoef geen andere maatregelen te nemen, als ik een rode vlag plaats aan de achterzijde.

Ik bevestig een lantaarn aan het punt van de uitstekende lading, die naar alle zijden rood licht uitstraalt.

Voor lading die precies 1 meter aan de achterzijde uitsteekt, behoef ik geen maatregelen te nemen.

Voorsorteren, richting aangeven en daarna links afslaan.

Rechts houdend, tijdig richting aangeven en bij dat naar links oversteken het overig verkeer niet hinderen.

Rechts stoppen en daarna met een grote bocht naar rechts de inrit inrijden.

Dóór of wegrijden als er geen zware schade aan derden is toegebracht.

Niet dóór of wegrijden. Hij moet de politie waarschuwen en ter plaatse blijven.

De scahe niet onderling regelen.

Vóór het bord stopt

Voorbij het bord stopt.

Aan de overkant van de weg stopt.

Als hij boos is of bedroefd.

Als hij te veel alcohol of een andere bedwelmend middel heeft gebruikt, vermoeid of ziek is.

Als hij twee biertjes heeft gedronken.

Ik behoef geen andere maatregelen te nemen, als ik een rode vlag plaats aan de voorzijde.

Ik bevestig een lantaarn aan het punt van de uitstekende lading, die naar alle zijden wit licht uitstraalt.

Voor lading die precies 1 meter aan de voorzijde uitsteekt, behoef ik geen maatregelen te nemen.

Ik moet de richting volgen die het verkeersbord mij aanwijst.

Als de politieagent mij zeg waarom, dan ben ik verplicht in de door hem aangeduide richting te gaan.

Ik ben verplicht de aanwijzing van de politie steeds te volgen.

Ja, als ik dat doe langs dezelfde zijde van de rijbaan waarover ik reed vóór het achteruit rijden.

Ja, als het overige verkeer niet wordt gehinderd.

Neen.

Ja, als hij geen andere parkeerplaats kan vinden.

Als dat gebeurd voor het onmiddellijk voortgezet lossen of laden van goederen of op dezelfde wijze in- of uitstappen van passagiers.

Neen, nooit.

In het midden- of links van van het midden aan de achterzijde.

In het midden of rechts van het midden aan de achterzijde.

Rechts van het midden aan de achterzijde.

Een afstand van 8 meter.

Een afstand van 12 meter.

Een zodanige afstand dat inhalend voertuig zich voor mij kan invoegen.

2.40 meter

2.30 meter

2.60 meter

De motor laten draaien doch de handrem goed aantrekken.

De motor afzetten en maatregelen nemen dat de auto zich niet uit eigen beweging verplaatst.

De motor laten draaien, de handrem goed aantrekken en een persoon ouder dan 7 jaar bij de auto laten voor het nodige toezicht.

Vijf jaar

Tien jaar

Vijf of tien jaar

Als ik achteruit rijd.

Vóór het inhalen, veranderen van richting, wegrijden en stoppen.

Als ik binnen de bebouwde kom rijd en mij wil overtuigen dat het verkeer zich niet te dicht achter mij bevindt.

Zich naar links begeven, vervolgens kijken of hij niet ingehaald wordt en daarna voorzichtig inhalen.

Zich overtuigen dat er geen tegemoetkomend verkeer is of dat hij zelf niet in gehaald wordt, vervolgens behoorlijk naar links uitwijken en zo vlot mogelijk inhalen.

Zich overtuigen of er geen verkeer uit tegenovergestelde richting nadert, vervolgens toeteren en daarna naar links uitwijken en snel inhalen.

De hoorn moet eigenlijk ééntonig zijn. Als het meertonig is, mag er niet onnodig gebruik van worden gemaakt.

De hoorn moet ééntonig zijn en op minstens 100 meter hoorbaar zijn.

De hoorn moet een zware toon hebben en op een afstand van minstens 75 meter hoorbaar zijn.

Op een afstand van 30 meter van een lichtpunt als hij langs de weg staat.

Helemaal op de berm als ik de verlichting doof.

Binnen 30 meter van een ontstoken lichtpunt van de openbare straatverlichting en op een parkeerplaats.

Nee, ik moet met beide handen aan de stuur zitten.

Ja, want de wet zegt dat ik tenminste één hand aan het stuur moet hebben.

Nee, want de wet zegt dat ik twee handen aan het stuur moet hebben.

Minstens aan de achterzijde van mijn auto de richtingaanwijzers zijn aangebracht.

Aan weerszijde voor en aan weerszijde achter aan mijn auto een richtingaanwijzer is aangebracht.

Aan de voorzijde één en aan de achterzijde één richtingaanwijzer is aangebracht.

Ik kijk of er geen achteropkomend verkeer is en als dit niet het geval is, rijd ik snel weg.

Ik wacht tot het verkeer wat minder wordt, dan toeter ik om een kans te krijgen en rijd weg.

Zodanig, dat het verkeer door mijn wegrijden niet wordt gehinderd.

Motorrijtuigen met of zonder zijspan, invalide wagens, motorrijtuigen op drie wielen, met een ledig gewicht dat niet meer dan 400 kg. bedraagt.

Motorrijwielen op twee wielen die sneller kunnen dan 100 km.per uur.

Motorrijwielen van 50 cc zonder automatische versnelling.

Minder speling heeft dan 60 graden

Minder speling heeft dan 45 graden

Meer speling heeft dan 50 graden

Het links en rechts naast hem gelegen weggedeelten.

Het achter hem gelegen weggedeelte.

Het achter hem gelegen weggedeelte, en links achter.

Ja alleen als ik geslaagd ben.

Nee het is niet toegestaan.

Ja want mijn oproep geeft mij het recht toe.

's Nachts als er zich geen ander verkeer op de weg bevindt.

Nooit.

Wanneer ik met spoed een ernstige gewonde in mijn auto naar het hospitaal moet brengen.

Van geen enkel achterlicht omdat de stoplichten als achterlichten dienen.

Van minstens twee aan weerszijden van het motorrijtuig aangebrachte achterlichten, die achterwaarts een helder rood licht uitstralen.

Van minstens één goedwerkend achterlicht aan de linkerzijde of in het midden.

Tenminste 60 centimeter.

Tenminste 30 centimeter.

Tenminste 40 centimeter.

Uitwijken zodat ik de voetganger niet overrijd.

Langzaam uitwijken voor voetganger en doorrijden met de voet op de rem.

Mijn snelheid zodanig verminderen, dat ik kan stoppen voordat ik bij de voetganger ben.

Nee, want we hebben ze toch bij ons.

Ja, wij allebei.

Nee, want het dragen van een helm is niet verplicht voor de passagier.

Minstens 30 en maximaal 80 keren knipperen.

Minstens 40 en maximaal 90 keren knipperen.

Minstens 40 en maximaal 80 keren knipperen.

Als hij die auto direct stopt.

Als hij alle wielen met gelijk verdeelde kracht beremt.

Als hij alle vier wielen beremt.

Neen, nooit.

Ja, als het uitzicht voldoende vrij blijft voor het overige verkeer.

Ja, maar alleen op wegen met éénrichtingsverkeer.

Ja.

Als ik heel even moet stoppen mag dit wel.

Neen.

Op een lange rustige weg wel.

Alleen buiten de bebouwde kom.

Nooit.

Rijbewijs, keuringskaart, verzekeringspolis en identiteitsbewijs.

Rijvergunning, belastingpapieren, rijbewijs en paspoort.

Rijbewijs, keuringskaart, belastingpapieren en verzekeringsbewijs.